Gedetineerden

De uitschakeling van de politieke tegenstanders was de eerste allesomvattende doelstelling van de nationaalsocialisten. Daarom vormden de leden van de georganiseerde arbeidersbeweging de grootste groep gevangenen.  Hiertoe behoorden communisten als de parlementariër Max Herm en Martha Plenzdorf, die gloeilampen maakte. Ook de sociaaldemocratische vakbondsvoorzitter Martin Plettl werd vastgehouden, net als Max Sievers, de voorzitter van het Duitse Freidenker-Verband.

Van bij het begin waren ook antisemitisme en de Jodenvervolging essentiële elementen van het nationaalsocialistische beleid. Onder de gedetineerde joden bevonden zich de arts Max Leffkowitz, de advocaten Fritz en Kurt Ball, en ook Wilfrid Israel, de eigenaar van een warenhuis. Uit getuigenverklaringen blijkt dat joden bijzonder brutaal behandeld en onderdrukt werden.

Ook andere mensen die het regime in de weg stonden, zoals de ‘helderziende’ Erik Jan Hanussen of Artur Mahraum, de stichter van de paramilitaire organisatie ‘Jungdeutscher Orden' zaten gevangen.

Tot dusver zijn de namen bekend van een kleine 500 mensen die in de Papestraße gevangen zaten. Men vermoedt dat het totale aantal gedetineerden veel hoger ligt, aangezien het tegenwoordig bijna onmogelijk is om nog een exhaustieve lijst op te stellen. Ongeveer 30 mensen stierven tijdens of ten gevolge van hun gevangenschap.