De kazernes van de Pruisische spoorwegregimenten
In 1841 werd de spoorlijn tussen Berlijn en Jüterbog in gebruik genomen. De Pruisische spoorwegregimenten vestigden zich langs die nieuwe spoorweg in het toenmalige Schöneberg. Na het einde van de oorlog tussen Frankrijk en Duitsland in 1871 nam het militaire belang van de spoorwegeenheden toe. De soldaten konden met de trein sneller naar het front gebracht en beter bevoorraad worden.
Tussen 1893 en 1906 werden er voor de soldaten twee grote kazernes in de General-Pape-Straße gebouwd. De nederlaag in de Eerste Wereldoorlog en de inwerkingtreding van het verdrag van Versailles in 1919 betekenden voor Duitsland het einde van de spoorwegregimenten.
Het terrein rond de kazerne bleef eigendom van de staat. Verschillende overheidsinstanties, private huurders en bedrijven gebruikten de gebouwen. In de buurt van de gedenkplaats waren in 1933 het belastingkantoor van de gemeente Teltow de typemachinefabrikant Iris, die letterhamertjes produceerde, en de fabriek ‘Deutsche Orthopädische Werke’ gevestigd. Toen stond het terrein voor iedereen open en kon men er ook wonen.